De cannibalen bakken het warm

Het toetje van deze 10-daagse Ritserstocht wordt het 10de Ventoux-event met start in Malaucene. Op de rustdag op zaterdag hadden toch nog enkele uitslovers een tochtje van een kleine 100km ondernomen. Anderen, die 1000km in de benen al goed genoeg vonden, hielden het op een lunchtochtje naar Bedoin en terug, toch ook goed voor ruim 50km en nog eens 600 hoogtemeters. Henk, Christof en Philippe trekken naar Orange allez-retour. Zij vertrekken ook eerder terug naar hun heimat.
Het wordt opstaan rond 5u want het vertrek voor de Cannibalen is al voorzien om 6u30. 1500 man en wat aardige dames toch ook, luisteren naar de lokale burgemeester die met zijn Ducati aangebromd is. Voor de rest allemaall blinkende fietsen want het belooft een warme dag te worden met een zon die boven de 30 graden geeft. Traditioneel gaat de start gepaard met Highway to hell, deze keer gevolgd door Radar Love. Minder luid dan vorig jaar trouwens in Bedoin, kwestie van de zondagsrust van de Malaucenen toch wat te respecteren.

We gaan voor 175km en 4.500 hoogtemeters met 2 beklimmingen van de Ventoux, die gemeen mooie kale berg, het smeerlapke. Langs de kant van Malaucene zitten er toch ook fors wat steile stukken tussen van 10% en meer. We rijden enige tijd samen met Paupaul, Paul Spaarlamp, Sven (die heeft sowieso altijd hardrock en metall in zijn oortjes draaien) en Luc Sandaal. Halfweg, na zowat 10km, prijs ik me luidkeels dat ik er nog aanhang. “Nu nog wel. Nu nog wel,” lacht beer Paupaul en ze steken een tandje bij, waarna ik deze trein verongelijkt moet laten gaan. Op 4km van de top haal ik Hans bij, die dan toch beslist heeft om de Cannibale te rijden. Het is dus inderdaad ‘nen hette’. Het is 8u30 als we de top bereiken en de afdaling naar Sault nemen voor de bevoorrading met traditionele appelsien, banaan en Meli honingkoekjes. Stapelen want het wordt een lange dag met ruim 8 uur in het zadel. Het parcours is omgekeerd dit jaar, veel mooier maar volgens mij ook lastiger. Ik rij nu samen met Luc Sandaal. Veel zeggen we niet. Het wordt alsmaar warmer. De aanloop naar de Col de Perty is kilometerslang vals plat van 2 tot 3 procent. Velen rijden zich hier al leeg. En dan moet het nog beginnen. We zijn immers pas halfweg. De Perty zelf is ook een duwer met vooral 4, 5 tot 6 procent. We blijven iedereen voorbijsteken, maar van de andere Ritsers is niets te merken. “Die Paul is toch een beest,” zucht Luc.

De col de l’homme mort. Luc Sandaal is nu ook niet meer te zien. Zit hij voor mij? Achter mij? Achter mij, blijkt later. Een lange mooie afdaling tot in Sault waar we Sabine op het lijf lopen. Sabine gaat voor de Cannibalette, maar ziet toch wat op tegen de laatste beklimming van de Ventoux, vooral de laatste 6 vanaf Chalet Renard. Ze is niet alleen… De eerste 20km op de prefecte asfalt vanuit Sault zijn best te doen met heel wat recuperatiestukken. Sabine bolt samen met Leo naar boven. Leo zal opgeven aan de bekendste Chalet uit Europa. Heel wat supporters uit Herentals staan hier trouwens te roepen. Lange Jan fietst heen en terug om de Ritsers tijdens de laatste kilometers en het Huthuis te begeleiden, de goede inborst.

Inmiddels een best grappig misverstand. Kurt had een speciaal zakje gevuld met krachtvoer, een laatste spuit en een goei zetpil. Ilse, de aardige madame van Lange Jan zou het aanreiken. Een communicatiefoutje: Jan vertelde Marc Spoor dat ie wat moest aannemen van Ilse waarna ie het zakje meeritste. Tot verbijstering van Kurt die wat later met lege handen verder moest. Marc bood nietsvermoedend later nog een gelletje aan Kurt aan, maar die vertelde dat ie het in zijn gat mocht stoppen (of zoiets).
De laatste 6 km zijn zoals altijd moordend. Je ziet het weerstation al van ver, maar je moet nog 7 tot 10 procent verteren. Ook boven is het nog 27 graden, maar gelukkig amper wind. We klefferen ons naar de top. We zitten bijna exact 8u op het zadel. Het gat doet pijn, ook de tenen beginnen te klagen. Maar de opdracht is geslaagd. We zijn alweer bevestigd als cannibaal.

De quote van de dag is van Sven die, zoals iedereen kapot aankomt op de top en er heel serieus en droog uitflapt: “ik denk dat ik toch nog wat moet bijtrainen in de Ardennen.”

Een afdaling naar Malaucene waar geen einde aankomt. In het dorp een gezellig terrasje met Kenny, Marc, Paupaul, Sven, Paul Spaarlamp en ook Luc Sandaal komt aanzitten. Even later gevolgd door Lange Jan en Sabine die reuzeblij is dat ze de top van de Ventoux ook nog es overwonnen heeft. Terecht trouwens. Ook der Rudi reed deze verkorte cannibale, terwijl Frederic de Ventourist bolde (beiden gingen aanvankelijk voor de vintourist, maar verkozen dan toch de sportieve ernst). In totaal waren er 3.500 Vlamingen ingeschreven voor dit Sporza-event.

Kenny is de bergkoning, gevolgd door Charel die er na 10km aan dacht om te stoppen ‘omdat het niet ging’. Kruishoutemse Chris is derde, gevolgd door Chris Vlerick en Marc Spoor die een berenjaar fietst en alsmaar beter wordt. Op de camping zijn er bubbels voor de 46ste verjaardag van 1 van de aimabelste mannen van de groep. El sympatico uit Kruishoutem. De buren op de camping zijn niet komen klagen over het gelach en getier…

Het was weer een bijzonder geslaagd event met oprecht heel veel dank aan de organiserende Ritsers, speciaal ook aan Geert voor de uiterst professionele aanpak, en aan de begeleiders Michael, Jef, Maritsa en Leo. We hebben er opnieuw enorm van genoten. Dit zijn levensmomenten die we nooit zullen vergeten! Grazie en Merci!

Dit bericht werd geplaatst in Uncategorized. Bookmark de permalink .

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s