Vrijdag en de Koninginnenrit met vijf bergen rond of boven de 2000 meter. Onze Orangist Chris zal het geweten hebben. Hij kreeg een rood pilletje van onze chirurg Philippe voor zijn enkel en had blijkbaar heel de nacht te kampen met een positieve erectiestoornis. Het zou een dag worden met nogal wat hoogtepunten. Over de top, als het ware. Vanuit het Tiroler hol meteen omhoog naar de Passo di Sella. Lange Jan lokt de mannen uit de Vlaanders meteen uit hun tent, demarreert en ze lopen er met hun open ogen in. Meteen het scherp op de snee. Ik zie iedereen voor me uitrijden, maar barmachtige Marc blijft zo’n 12km bij me hangen. Samen trekken we naar boven in een prettige ochtendzon van zo’n 20 graden. Geen eenvoudige klus zo ’s morgens met wat spek met eieren in de maag. Vaak 7 tot 11 procent stijgingspercentages. De eerste motards zijn wakker. Wat is me dat hier. De hele dag tuffen die jongens in hun leren pakken langs ons heen, maken een hels lawaai, zien er niet uit, stinken naar de benzine. “Die krijgen hier precies allemaal gratis een moto,” merkt Marc terecht op. En het wordt alleen maar erger. Nog enkele kilometers bijklefferen langs de Passo di Gardena om vervolgens opnieuw 500 meter te dalen, waarna het gezwoeg opnieuw kan beginnen. Deze keer naar de Passo di Falzarego, opnieuw boven de 2000 meter. Maar wat is het hier onwaarschijnlijk mooi, woeste rotsmassa’s, geflankeerd door veel groen en sneeuwtoppen. De begeleiders zorgen uiterst professioneel voor alle hulp. Ik zit alweer in de achterhoede, enkel Der Rudi blijft achter mij hangen.
In de voorhoede lijkt de strijd inmiddels beslecht. Chris de Orangist, onder invloed van het rode pilletje, altijd eerst, gevolgd door Kenny en dan Chris, el sympathico. Lange Jan altijd net naast het podium. Bertgeit, die altijd verkeerdelijk de avond voordien van het potje op zijn benen strijkt in plaats van 20 minuten voor de rit, houdt zich vandaag gedeisd. In de afdaling eten we een forse boterham met kaas en overheerlijke ham om dan aan de vierde col te beginnen, de Passo di Giau, alweer zowat 600 hoogtemeters klimmen. Deze keer alleen. Tot overmaat van ramp begint het boven te regenen. Dat biedt één groot pluspunt. Geen lawaaierige motards meer. Maar het is wel koud boven die 2.100 meter en ik stap in de bezemwagen bij commissaris Leo nadat Jef en Paul me opwarmen met cappuccino en choco. We hebben 2.500 hoogtemeters in de benen, maar voor de andere Ritsers begint het nu pas, met een doortocht op de Passo de Fedaia. Dit is een ongelooflijke knoert van een berg en zelf vanuit de volgwagen huiver ik over de percentages van 9 tot 23 procent. Vooral een kilometerslang recht stuk laat menigeen zuchten en trekken aan z’n stuur. Dit is onmenselijk, het nekschot, de ogen trekken diep in de kassen, sommigen zwalpen, zo doet Hans er nog een kilometer bij. Het houdt niet op tot op ruim 2000 meter. Wie heeft deze col in het programma gestoken? Dit is zeker de Mortirolo waard, vooral na vier eerder forse cols. Boven geen euforie. Gewoon blij dat het gedaan is voor vandaag. Dit was echt over de top. Enkel nog een afdaling naar het Tiroler hol, waar ons alweer een heerlijke maaltijd wacht met een Chinese jongedeerne, die zich Marie laat noemen. Het is nu 22u en iedereen is al in zijn nest gekropen. Morgen de laatste dag in de Dolomieten, nog met 3 cols en 2.400 hoogtemeters over 90km richting eindpunt Bolzano. Het vet(s) is bij de meesten van de soep. Het was indeed over de top vandaag.