De vloek van de Paljassen is verbroken

Op de rand van de Franse grens, op een boogscheut van Monaco en Nice, trekken we ons op gang voor de Koninginnerit, bijna 200km en 3.400 hoogtemeters, bij iedereen inmiddels ook bekend als de 4de rit. Traditioneel is dit hét moment waar Hans een gooi doet naar de overwinning op mij. Wat hem de jongste vier jaar ook telkens con brio gelukt is, in de Alpen, in de Pyrenneeën, in de Dolomieten en ook op Corsica. Dat er ook dit jaar een combine van de Paljassen zou komen was duidelijk.

Rond 9u30 rijden we naar boven over Monaco. Zelfs voor de Monegasken is het dan nog te vroeg voor een apero. En wat later rijden we dan Nice binnen, het is bijna 30 graden,  langs de Negresco en de Promenade des Anglais. Niet zonder kleerscheuren. We hebben inmiddels 5 lekke banden hersteld op nog geen 60km. De tijd tikt. Zullen we nog op tijd zijn voor het avondeten van 20u30 in Moustier Sainte Marie? Het wordt alvast een lange dag want we zitten meer dan 8u40 op het zadel.

Een eerste lange beklimming. Hans zet me nu al onder druk en hij rijdt verdekke goed mee, meermaals voor mij. Welk pilletje heeft ie nu geslikt? Ik moet ‘m van me afduwen, letterlijk op de pedalen. Het zijn leuke klimmetjes van 4 tot 6 procent, mijn ding. Luc Sandaal rijdt me nog voorbij voor de top van de Col de Filon, de kapoen. We zitten op de Route de Napoleon, langs de  parfumstad Grasse richting Digne. Broodjes kaas en ham op het terras van de plaatselijke Café Tabac waar een rondborstige jongedame achter de toog de ouderen ons ons doet likkebaarden. We zitten recht tegenover de Relais de L’impéreur. Donder en bliksem kondigen regen aan. En we zetten amper ons gegrilled gat op ons zadel en daar begint het te gieten én te hagelen. Schuilen dus. Der Rudi en Frederic zijn al enige tijd ervandoor. Een kwartiertje later droogt het stilaan op. Het is nog klimmen geblazen, een paar stevige kilometers zelf. In de afdaling is het ook nog bijstampen en we doen ons best om ons met z’n allen meurg te rijden. Henk roept ons tot de orde. “Zo gaat iedereen kapot”. Rudi en Frederic hebben we inmmiddels bijgehaald en er worden ons nog enkele forse heuvels onder de pedalen geschoven.

Laatste stop voor de finale, twee terpen van telkens 200 hoogtemeters en een laatste van 600 tot 700 meters. Ik verneem dat de Kempenzonen daar een aanval willen plaatsen. Dakwerker Jef fluistert me in om vooraf het verschil te maken en te ontsnappen. We zitten in een prachtig natuurgebied met stijle rotsen en onwaarschijnlijke dieptes… en hoogtes.

Net voor de laatste berg, zet ik aan in een lange bergaf. Henk zegt me dat ik ‘m moet volgen dat er een groot gat is met Hans. Is het niet te vroeg? Ik volg zo goed en zo kwaad ik kan. Jef zit achter mij, Kruishoutemse Kris nog wat verder. We vliegen Sven voorbij. Die gaat niet mee. Jef zit achter mij. Chris vraag ik ook om hulp. Beide goede inborsten, wat zeg ik, beste wielervrienden, duwen me regelmatig naarboven. Lange Jan neemt het bewijsmateriaal op film op. Het is puffen, zweten met een zware ademhaling. Hoe ver zit Hans achter me? Hoe ver is het nog? Nog heel ver. Henk, Kenny en Chris Vlerick rijden zo’n 100 meter voor ons. We zien hen heel lang, tot enkele kilometers voor de top. Het zweet drasht op mijn kader, mijn kader? Ik heb het ongelooflijke geluk om de Thomson fiets van Bakker Paul te mogen lenen. Die bolt geweldig, schakelt uitstekend en in bergaf is ie baanvast. “Speciaal daarvoor wat dikkere banden gezet,” vertelt Paul. ’s Morgens hadden Lange Jan, Henk en Charel stevig geholpen met het vervangen van de pedalen. Dat bleek geen sinecure. Fantastische kerels die Kempenzonen.

Maar in de afsluitende bergrit hebben we ze niet meer gezien. Marc Spoor reed ons wel nog voorbij in de laatste km naar de top. Marc moet een enorme remonte gedaan hebben, “terwijl ik onderweg af en toe stilstond voor een foto te nemen,” grapt ie. Kenny was in supervorm en haalt als eerste de top, voor Chris en Henk. “Vlaanderen boven,” zingt Henk.

En uitendelijk is ook de vloek van de Paljassen gebroken. De 4de dag is niet meer voor Hans, die afgepeigerd in ons bijzonder gesmaakte hotel niet meer de trappen naar de 2de verdieping op wil, maar zweert bij de lift. Het was dan ook een loodzware rit. Iedereen snakt naar warmte en een diner. Wat ook uitstekend meeviel. Voldaan trekken we naar ons bed, nadat we Chili Spanje naar huis zagen spelen in het WK. Soms moet je de sterkere kunnen erkennen…

Dit bericht werd geplaatst in Uncategorized. Bookmark de permalink .

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s