We waren amper het hek van het hotel uit of Paul Plattenband schreeuwt het uit: de vierde al op vier dagen tijd. En niet de laatste want na 30km rijdt hij alweer lek. Vloekend gooit ie de band in de struiken, waar ik hem weer oppik en hem in de achterzak van Paul plant. Dat hebben we mee van de Leo: respect voor de natuur.
En de natuur was vandaag ongemeen prachtig. Een overheerlijke maar hoeft het gezegd, een loodzwaar parcours. Het eerste deel werd met immens gele charme overheerst door oneindige velden zonnebloemen (girasol), later werden we omhuld door tienduizenden olijfbomen. Wie zou die plukken? Het golft op en neer en nog voor de eerste bevoorrading in Castro Del Rio hebben we al 500 hoogtemeters op de teller. En de temperatuur gaat vervaarlijk omhoog. Er wordt vandaag 40 graden verwacht, alstublieft!
En onze Jef kreeg het ook warm. Eerst een boete voor te snel rijden, goed voor 100 euro. Daar kreeg hij na lang zagen een korting van 50% op: ‘I did slow down!’. 50 euro dus. Geld pakken, foetert Jef want heel wat chauffeurs werden op de bon geslingerd. Maar in Castro loopt het dan toch mis want Jef wordt aangereden door een busje. Wie is in fout?
De lokale politieman komt erbij (die kon helemaal in la-police-de-Saint-Tropez-films van Louis de Funes meespelen) maar Hans speelt het meesterlijk en zoals de aangifte nu ingeschreven is, gaat Jef vrijuit.
De B-ploeg vertrekt vroeger: Sabin, Rudy en Rudi, Paul, Willy en Fre. Paul Driesen vliegt nog even uit een kiezelrijke bocht. We zien ze pas terug in Luque waar de middaglunch plaats vindt. Sabin krijgt haar goesting en eet een paar sneetjes gewoon brood. Hans moest eerst nog even Leo terugfluiten. Die zat al in de volgende stop in Carcabuey. Beetje herhaling van in de Alpen toen ie ook een col te ver zat. Er wordt stevig vaart gezet, we zitten met Karel, Bert, Chris, Kenny, Mark, Paul Joy, Paul Plattenband en Hans in de groep. Maritza en Luc hebben zowat het hele parcours onder hun tweetjes afgelegd. Chapeau! Willy, Paul en Rudy kiezen voor de volgwagen.
Na Luque begint het pas. De strada bianchi. Het is zowat 5km fors klimmen op steentjes en barslechte weg. Hans stuift weg. Ik laat onze Kempenzoon gaan, haal hem wel terug. En indeed. Ik been hem terug bij. Meteen zet hij een spurtje in: 100 meter verder was de top. De sloeber. Parcourskennis doet veel. Hans triomfeert en glundert. Fotograaf Kim had zich op de juiste plaats geposteerd. Het is hem gegund.
De afdaling is bijzonder moelijk, je moet constant focussen op elke geul in de weg. Het doet pijn aan vingers en handen. De klikschoentjes doen de zolen tintelen. Dit vergt enorm veel krachten. Bert is niet alleen een berggeit maar ook een afdaalgems. Dit is zijn kiezelwegje.
In Carcabuey hebben we het allemaal wat moeilijk. Paul Platteband begint te praten met de plaatselijke straathond. Het is nog een dikke 30km met toch nog vier forse heuvels tot aan hotel Caserio, wat een ligging, vlak aan het meer van Iznajar! Iedereen is blij dat het afgelopen is en duikt meteen in het zwembad. De fietsen worden gekuist. Het stof plakt overal in. We zijn over halfweg. Nog 3 dagen te gaan. Die worden ook niet van de poes, of van den hond, mogelijk wel van de geit.