Wat een heerlijke ochtendrit langs het meer van Annecy, genieten met de Alpen, de lac, fijne fietspaden met soms te smalle snelheidsremmers. Een hemelsblauwe hemel, hier wil Luc samen met Maritza zeker terugkomen (en zij niet alleen). We zijn klaar voor de Koninginnerit met ruim 3.000 hoogtemeters over de Glandon.
De sfeer zit goed: een groepsfoto langs de lac met dobberende bootjes. De col de Maité, een colfje naar de hand van de Ritsers, ware het niet dat er een shortcut ingelast was met een helingsgraad tegen de 13 procent. Zuchten en doorfietsen. De Maité is genieten, tussen de weiden, verder max 5 procent. We bollen rustig in groep naar boven waar Sus, chauffeur van dienst, ons opwacht. Een vervaarlijke afdaling met heel wat gravillons (steentjes). Maar gelukkig werkten we de Maité in de andere richting af. Anders was het kreuchen. Lunch in de buurt van een schooltje waar heel wat jongeren met de vtt naar school gaan. Maakten wij vroeger ook zoveel lawaai?
Een goede leerschool voor die boys en girls in Saint-Leger. Een van hen vraagt of we ons voorbereiden voor de Tour de France. Nee hoor, dit is de Dauphiné Liberé.
Maar ons wacht de Glandon, langs de zwaarste kant. 21km klimmen met gemiddeld 7 procent en heel wat vervaarlijke stukken van 9 tot 10 procent. Een kanjer die we acht jaar geleden met de Ritsers ook reden van Genève naar Nice. Uiteraard waren we met z’n allen vergeten hoe lastig die was. Het is 30 graden en dat zal het ook zo goed als altijd blijven tot de top, zo’n 21km verderop, zonder al te veel schaduw.
De sterke jongens meteen op snee. Hans trekt zicht ook meteen op. Ik volg in het spoor van Paul (x2) en Bjorn. Dit wordt de ultieme proef. Hans rijdt enkele kilometers fors door. Is het weer van dattem, vraag ik me vertwijfeld af? Maar na zo’n 7km remonteer ik hem. Wat later hoor ik iemand hijgend nabij. Hans? Nee, het is Bjorn. Samen rijden we gestaag weg van de achterhoede. Ook halfweg in het stuk waar het wat bergaf gaat, moeten we doorgeven. Nu begint het pas, de laatste 10km zijn moordend, soms stukken van 6%, maar de meerderheid is 9 tot 10% gemiddeld door wondermooie landschappen. Ik kijk regelmatig achterom, niemand te zien. Kan dat? Paul Philips komt meestal net 5 meter voor de top naast me rijden met een flagmatieke ‘hoy’. Heel de week al, eigen tempo zegt Paul dan. Niemand te zien. Bjorn rijdt 50 tot 100 meter voor me uit en is een ideaal target. Waar zit Hans?
Hans heeft een tik van de hamer gekregen. En die hamer bleef hem blijfbaar achtervolgen. Zelfs Frederic rijdt hem gezwind voorbij. De overbekende riedel ‘If I had a hammer’ van Peter, Paul and Marry werd niet voor niets in 1963 geschreven, het geboortejaar van Hans.
De kempenzonen waren hier (alweer?) duidelijk het best. Marc is de morele winaar, ook al draait een kilometer voor de top zijn derailleur in de soep. Bert dus uitendelijk eerst gevolgd door Charel. Marc, die nog een kilometer te voet verder gaat naar de top wordt uiteindelijk toch nog 5de. Straffe kerel.
De afdaling is genieten, ware het niet dat er toch nog wat behoorlijke heuvels tussenzaten. Beneden is het bloedheet, maar een pintje of rosé maakt veel goed. Een heerlijke voorlaatste dag. Hans zegt dat ie wraak neemt op Alpe D’huez. We zijn benieuwd.