Het regenseizoen houdt jammer genoeg geen halt aan de grens van Portugal en dus hebben we opnieuw een kletsnatte en doorweekte rit van zowat 165km doorwaad tot in Porto. Er zaten maar twee neepjes in deze keer, maar wel bijna meteen na het ontbijt. Al na 4km was het klefferen op de Carretera de Zondal met percentages van 11 tot 12%. Ik prijs me gelukkig dat ik nieuwe remblokjes gestoken heb, maar blijkbaar zijn ze nog wat te nieuw. Ik glijd helemaal weg in de afdaling en val gelukkig langs de kant op wat mos. Geen erg dus. Het is een steile klim met diverse afdalingen. Iedereen raakt er goed over. Maar we zijn amper beneden of na 21km begint de tweede, gelukkig met percentages van 6 tot 7 procent. Dat maakt het draaglijk. Samen met de Kempenzonen naar boven. Het begint nu forser te regenen en het is echt niet warm met temperaturen rond de 15 graden. We bibberen bij de eerste bevoorrading bij Michael. Geen rock’n’ roll deze keer. Gelukkig gaat het vanaf dan vrij plat naar Porto, nog ruim 110km.
Halfweg heeft Leo een leuk cafeetje uitgekozen. ‘Niet zo evident’ vertelt hij. Ik dacht dat de Portugezen vriendelijker waren.’ Hij werd twee keer de deur gewezen. Het is uiteraard niet vanzelfsprekend om 22 kletsnatte fietsers in je zaak te ontvangen. De vloer van het cafeetje is in no-time kledernat. Tot overmaat van ramp valt de elektriciteit uit. Gelukkig niet te lang want zowat iedereen is toe aan een warm kopje koffie.
De mannen van ‘De Vlaanders’ vertrekken vroeger en dat valt menig Ritser wel tegen. Het gegrom wordt wat luider. ‘Dat ze niet wachten, hun eigen ding doen, niet bij de groep blijven’, en zelfs ‘of we ze volgend jaar nog moeten uitnodigen…’
Het blijft dretsen. Onze routeplanner Kim heeft er zowaar een kasseistrook van enkele kilometers in gestoken. Bakker Paul: “Ik mag hopen dat je klaar gekomen bent Kim. Anders trek ik er straks efkes aan.” En nog: Maritza denkt dat haar fiets wat rammelt na de kasseistrook: “Dat zijn je valse tanden Martiza,” grapt Charel. We trekken ons verder op gang achter trekpaarden Bert, Charel en Mark. Nog zo’n 60km langs de kust van Portugal. Willy plat. Eens z’n fiets gemaakt, rijd ik plat. Iedereen bibbert, de wind blaast in ons gezicht. Ook Kim rijdt nog plat, op 10km van onze eindbestemming. En ook onze Hollander Chris, die met de eerste groep mee is, rijdt nog plat, op 12km van ons hotel en blijft doorrijden met een lege tube. Moet levensgevaarlijk geweest zijn op de kasseitjes in Porto.
Maar Kim had op zo’n 45km voor het einde toch ook nog ruim 5km kasseitjes voorzien. Paul en ik besluiten hem straks bij z’n pietje te nemen…
We proberen ons op te warmen in ‘Por do Sol’, het klinkt warm maar iedereen bibbert. Zeker Engel Luc, die er in z’n blote bast zit, rilt er over heel z’n lichaam. ‘Nu hebben we het toch even warm van binnen’, vertelt onze grote leider Hans. In de voorstad van Porto is het laveren tussen de wagens, niet zo evident met kletsnatte wegen, tramsporen en ongeduldige chauffeurs. Filip had voorgesteld om een groepsfoto te nemen, maar niemand voelt er wat voor. Snel een warme douche, iedereen is verkleumd. Bovendien is de helft van de groep niet aanwezig.
Naar het schijnt zal het de volgende en laatste twee dagen droog zijn. We kijken er naar uit.
Wat een avontuur. We hopen dat jullie allen heelhuids terug thuiskomen.
Door de weersomstandigheden vond Vlaanderen het toevallig beter om door te rijden
Toch denk ik niet egoïstisch te zijn na al die jaren kopwerk voor de ganse groep