Stipt om 8h15 stond iedereen klaar in de startblokken. De discipline is duidelijk aanwezig. Nog snel een foto aan zee en weg zijn we voor weer 190km.

We rijden langs het stambeeld van de ondertussen wereldberoemde Leopold II en passeren villa Maritza. Het eerste deel van onze rit loopt vlotjes langs de kustlijn. Al snel zien we in de verte de Ijzertoren staan. We testen onze stuurvaardigheid op de gravelpaadjes die ons langs verschillende WOI-monumenten leiden. Af en toe een stopje. Ons gemiddelde krimpt. We verwachten een lange dag in het zadel.
In Ieper gaat het verder onder de Menenpoort door. We komen nu in het heuvelland. Gedaan met “le plat pays”. In de verte zien we de Kemmelberg liggen. De kopmannen blijven in het wiel van de knechten tot aan de voet. Vanaf daar start de eerste kleine koers van onze rit. Jo, Kim, Chris, Michel en Luc gaan ervoor. De rangschikking: 1 – Michel, 2 – Jo, 3 – Chris, 4 – Kim en 5 – Luc. Ik rijd met Paul op ons tempo naar de top waar Mark staat te wachten. De dames en Frédéric lieten dit lusje Kemmel wijselijk links liggen.
In Tourcoin had Leo een zonnig terrasje geregeld voor de lunch. We beslissen snel weer door te rijden en onze bevoorradingsstop te nemen aan het heiligdom van de koers: de Velodrome van Roubaix. Het was wel even zoeken naar de ingang, maar eens we Mark zagen staan was er geen houden meer aan. Iedereen moest absoluut een “toerke” op de piste rijden. Zelfs Leo en Mark deden het “op hun sloefen”. Van de opwinding gooit Mark zelfs zijn camera onderweg in de kant. Gelukkig kent Chris haar pappenheimer en stuurt ze hem terug voor een tweede rondje. Gelukkig. Gevonden!

Na Roubaix hebben we nog een dikke 90km te gaan. Een groot deel langs jaagpaden. In Doornik stoppen we bij een ruïne. Jo, geoloog van opleiding legt uit dat dit de ovens zijn waarmee ze de hoog aangeschreven Belgische gebluste kalk produceerden. Het vrijheidsbeeld van New York is er van gemaakt. Weer iets bijgeleerd bij de Ritsers!
Voor het laatste deel moest onze routebouwer wat improviseren. Onverwachte wegblokkeringen en wegenwerken brengen ons op onverharde paden langs het water. Kim, ondertussen getekend door de zoutstrepen op zijn Ritsers-shirt rijdt plat. Rond 18h00 arriveren we in ons hotel. Snel een douche en dan een wandelingetje naar Di Roupo country, het centrum van Mons waar we in ons eigen zaaltje bij restaurant Le44 een lekker menu’tje krijgen gepresenteerd. Al kwam de service wat traag op gang, de lokaal gebrouwen 75cl bierflessen en de wijntjes deden hun werk. Ria gaat de tocht mee verder zetten en overtuigt eveneens Chris en Mark om tot zondag avond mee te rijden.
Iedereen is moe en wil nu snel gaan slapen. De koffie nemen we op de kamer. Want morgen staat er opnieuw 180km op het programma richting Bouillon. Deze keer met heel wat hoogtemeters.